Onroerende- zaakbelasting (OZB)

De OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2017 zijn bepalend voor het belastingjaar 2018. In 2018 worden voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2018 geldig zijn. De waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van peildatum 1 januari 2016 (aanslag 2017) gemiddeld met 6,61% gestegen. De waarde van een niet-woning is gemiddeld gestegen met 2,00%.  Uitgangspunt voor de berekening van de tarieven OZB is dat we de opbrengst gelijk houden. Een waardedaling leidt daarom tot een tariefstijging en een waardestijging leidt tot een tariefdaling. De leegstand wordt verrekend in de tarieven voor niet-woningen. Daarnaast houden we rekening met volume-effecten en inflatie van 1,6%.

Bovenstaande wijzigingen leiden tot de volgende OZB- tarieven voor 2018:

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening

2017

2018

Gebruikersbelasting:

niet-woningen

0,3234%

0,3221%

Eigenarenbelasting:

woningen
niet-woningen

0,1483%
0,4088%

0,1413%
0,4072%

Rioolheffing

Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De werkzaamheden, zoals opgenomen in het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) zijn de basis voor de raming van de tarieven 2018. Ten opzichte van 2017 zijn de kosten met 2,15% gestegen. Dit is onder meer het gevolg van de herberekening van de perceptiekosten van Tribuut, die leidt tot een hogere doorbelasting aan de rioolheffing. Daarnaast is de doorbelasting van de btw hoger dan in 2017, omdat in 2018 meer rioolwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd. Tenslotte hebben we te maken met volume ontwikkeling.

Berekening kostendekkendheid van de rioolheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

9.521.781

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

15.322

Netto kosten taakveld

9.506.459

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

648.494

BTW

1.746.435

Totale kosten

11.901.388

Opbrengst heffingen

11.544.501

Dekking

97%

Beleidsuitgangspunten
Het tarief is in 2018 niet volledig kostendekkend. In vier jaar tijd wordt toegewerkt naar een volledig kostendekkende exploitatie. De tariefschommelingen worden in de tussenliggende jaren geëgaliseerd. In de voorziening riolering is voldoende ruimte om deze schommelingen op te vangen.

De straatveegkosten worden voor 50% doorberekend in het tarief en de overige kosten, inclusief kwijtschelding, worden volledig doorberekend in het tarief.

Door de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen en volumeontwikkeling daalt het tarief ten opzichte van 2017.

Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening rioolheffing

2017

2018

gebruikers

0,0622%

0,0596%

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vast gedeelte verschuldigd. Het variabele deel wordt berekend  op basis van het aantal aanbiedingen restafval. Het vast gedeelte bestaat uit één tarief per huishouden, ongeacht de omvang van dat huishouden. Het variabel gedeelte gaat uit van het aantal liters inhoud per aanbiedmiddel, waarbij ervan wordt uitgegaan dat bij elke aanbieding de vullingsgraad 100% is.
De uitvoering van inzameling en afvoer van afval wordt uitgevoerd door Circulus-Berkel BV. Dit is een overheids-gedomineerd bedrijf waarvan de gemeente Apeldoorn aandeelhouder is.

Berekening kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

17.135.000

Inkomsten taakveld, excl. heffingen

3.034.000

Netto kosten taakveld

14.101.000

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

226.000

BTW

3.102.000

Totale kosten

17.429.000

Opbrengst heffingen

16.756.000

Dekking

95%

Beleidsuitgangspunten
Vanaf 1 januari 2018 zal gestart worden met de uitvoering van het nieuwe afvalplan “Recycleservice 2025” dat juni 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld.  Dit zal fase (wijks)gewijs plaatsvinden en zal zeker twee jaar in beslag nemen. Uiteraard zal het uitgangspunt zijn en blijven dat de exploitatie kostendekkend dient te zijn. Een deel van de kosten van het recycleplan, zoals de lagere bijdrage voor Foenix en de hogere kosten van inzamelmiddelen, zijn in de MPB verwerkt. Onduidelijk is echter nog wat de effecten zullen zijn van het nieuwe beleid (en in welke termijnen). Bij de vaststelling van het plan is dan ook besloten om de reserve afvalstoffenheffing, vooralsnog, niet te verlagen en in te zetten als buffer.
Het tarief is in 2018 niet volledig kostendekkend. In vier jaar tijd wordt toegewerkt naar een volledig kostendekkende exploitatie. De tarieven 2018 -2021zijn ten opzichte van de meerjarenraming in de MPB-2017-2020 ongewijzigd.
Bij de behandeling van het plan is een amendement aangenomen betreffende de kwijtscheldingen. De kosten van kwijtschelding worden gedekt vanuit het tarief van de afvalstoffenheffing. De hoogte van de kwijtschelding per huishouden is conform raadsbesluit gebaseerd op 8 aanbiedingen per jaar.
Bijlage 2.2 geeft inzicht in de reserve huisvuilrechten.  
Samenvattend leidt dit tot de volgende tarieven 2018.

2017

2018

2019

2020

2021

Tarief vastrecht (per huishouden)

159,39

163,22

167,14

171,15

179,02

Tarieven variabel recht (per aanbieding):

  • 120-liter container (restafval)

4,15

4,25

4,35

4,45

4,67

  • 140-liter container (restafval)

4,84

4,96

5,08

5,20

5,45

  • 240-liter container (restafval)

8,29

8,49

8,69

8,90

9,33

  • 40-literzak (restafval)

1,39

4,41

1,44

1,47

1,54

  • 20-literzak (restafval)
  • 1100-liter container (restafval)

0,69
38,98

0,71
39,89

0,72
39,82

0,74
40,78

0,78
42,76

Ontwikkeling woonlasten

In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een woningwaarde van € 229.000.
Op totaalniveau stijgen de woonlasten in 2018 met 1,98%. Dit is lager dan de gewogen kostenontwikkeling (voor de loon- en materiële kosten) van 4% in 2018 en 2% in 2019 en verdere jaren waar we als gemeente voor staan.

Woonlasten

2017

2018

% ontw.

Ozb

€ 318,67

€ 323,72

1,59%

Rioolheffing
Afval vastrecht

€ 133,64
€ 159,39

€ 136,56
€ 163,22

2,15%
2,40%

Afval variabel*

€   74,61

€   76,41

2,40%

Totaal

€ 686,31

€ 699,91

1,98%

* uitgaande van een aanbod van 9 ledigingen in 2018 per jaar voor een 240- litercontainer.

Overige belastingen, heffingen en rechten

  • Parkeerbelastingen

In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon- werk parkeren. Het streven is waar mogelijk auto’s op privégrond en/of gebouwde voorzieningen onder te brengen zodat de openbare weg minimaal wordt belast. Het verkeersbeleid is integraal gericht op het aanbieden van milieuvriendelijke vervoersalternatieven en op die manier (solo)gebruik van de auto voor met name woon- werkverkeer waar mogelijk te voorkomen. In 2017 zijn de tarieven met de gewogen index verhoogd. Wij stellen voor om de tarieven voor 2018 mee te laten lopen met de gemeentelijke kosten van parkeren en deze met 2,0% te verhogen.

  • Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. Vooruitlopend op de hervorming van het lokaal belastinggebied wil het kabinet de precariobelasting op nutsleidingen afschaffen. Inmiddels is per 1 juli de precariobelasting voor kabels en leidingen afgeschaft. Er geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Onder deze overgangsregeling kan maximaal naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016 geheven worden. Voorgesteld wordt om de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met 2,00% met uitzondering van de tarieven voor kabels en leidingen.

Precariobelasting netwerkbeheerders
Uw raad is meerdere malen geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de procedure Liander/gemeente Apeldoorn. Deze is nog niet afgerond. De opbrengst precariobelasting is daarom ook in de daarvoor ingestelde voorziening geparkeerd.

  • Hondenbelasting

Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen en hondencontrole. De kosten van deze taak zijn gelijk gebleven. Voorgesteld wordt om de tarieven voor hondenbelasting te handhaven op het niveau van 2017.

  • Toeristenbelasting

Voor de toeristenbelasting heeft uw raad in november 2016 besloten dat de tarieven met ingang van 1 januari 2017 voor vier jaar telkens te verhogen met 5%, naast de jaarlijkse correctie op basis van het consumentenindex cijfer. Het tarief voor de categorie hotels en pensions met drie sterren en hoger is in 2017 bevroren en besloten is dit tarief per 1 januari 2018 mee te laten lopen in de jaarlijkse verhoging. Het consumentenprijsindex cijfer van juni is 1,1%.

  • Reclamebelasting

De tarieven voor de reclamebelasting 2017 zijn op 23 juni 2016 door de raad vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de gemeentelijke in- en uitvoeringskosten, als subsidie beschikbaar gesteld aan de stichting Centrum Management Apeldoorn. Aan de subsidie is de conditie verbonden dat de stichting met haar activiteiten de aantrekkelijkheid van de binnenstad versterkt. Voor de reclamebelasting gaan we uit van een indexatie van 2,00%, de gewogen index. We stellen voor de tarieven voor 2018 niet te verhogen. Dit is mogelijk, omdat de gemiddelde waarde ontwikkeling van niet woningen eveneens 2% bedraagt.

  • Marktgelden

Het streven is om de warenmarkten kostendekkend te maken. Echter, door de afname van het aantal markthandelaren is de opbrengst marktgelden gedaald. In 2016 is een toekomstvisie voor de warenmarkt opgesteld. Hierin zijn voorstellen gedaan om de markt weer financieel gezond te maken. Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van deze voorstellen. In afwachting van de resultaten van de voorstellen wordt voorgesteld de tarieven nu niet verder te verhogen dan met de intern gewogen index (4,00%).

Berekening kostendekkendheid van de marktgelden in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

325.356

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

58.807

Netto kosten taakveld

266.549

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

123.899

BTW

25.089

Totale kosten

415.538

100%

Opbrengst heffingen

309.622

Dekking

75%

In de verordening is voor het innemen van een standplaats, de in beslag te nemen ruimte waarvoor een vast tarief berekend wordt, verruimd van een diepte van 2,75 meter naar 3,00 meter. De verordening sluit met deze wijziging aan bij de praktijk.

  • Grafrechten

Voorgesteld wordt om de tarieven van de begraafplaatsenrechten per 2018 gemiddeld te verhogen met 4,00%. Hiermee zijn de grafrechten vrijwel kostendekkend.

Berekening kostendekkendheid van de grafrechten in €

kosten taakveld incl. (omslag)rente

590.000

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

109.000

Netto kosten taakveld

481.000

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag) rente

1.101.000

kosten

588.000

Totale kosten

1.689.000

100%

Opbrengt heffingen

1.573.000

Dekking

93%

  • Leges en rechten

De verschillende leges en rechten die worden geheven, worden in principe verhoogd met 4%.
Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals leges burgerzaken, is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven.
Het legestarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen, blijft gehandhaafd op 2,7%. We verwachten een toename van het aantal bouwaanvragen en laten de capaciteitsinzet mee groeien om dezelfde kwaliteit te kunnen leveren.

Berekening kostendekkendheid van de leges burgerzaken (inclusief) Naturalisatie) in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

2.249.217

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

2.248.217

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

686.277

BTW

39.437

Totale kosten

2.974.931

100%

Opbrengst heffingen

2.917.392

Dekking

98%

Berekening kostendekkendheid van de leges Publiek Domein in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

261.436

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

261.436

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

185.416

BTW

0

Totale kosten

446.852

100%

Opbrengst heffingen

231.356

Dekking

52%

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Het verstrekken van een digitaal aangevraagd uittreksel voor een persoon is goedkoper dan indien dit aan de balie of schriftelijk wordt aangevraagd.
  • De maximale tarieven van reisdocumenten en rijbewijzen worden door het Rijk vastgesteld. De gemeente hanteert deze maximumtarieven.
  • Het Rijk stelt de tarieven voor naturalisatie, Verklaring omtrent gedrag, uittreksel Burgerlijke Stand, verklaring huwelijkstoestemming en bewijs van in leven zijn vast.

Berekening kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunning, activiteit bouwen in €

Kosten taakveld incl. (omslag)rente

2.711.636

Inkomsten taakveld, excl. Heffingen

0

Netto kosten taakveld

2.711.636

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

1.351.470

BTW

275.217

Totale kosten

4.338.323

Opbrengst heffingen

4.338.323

Dekking

100%

Beleidsuitgangspunten
De volgende beleidsuitgangspunten tarieven omgevingsvergunning, activiteit bouwen zijn opgenomen in de legesverordening:

  • Volledige kostendekking (100%) van de taak vergunningverlening voor de activiteit bouwen (voorheen bouwvergunningen) bij alle betrokken organisatieonderdelen.
  • Reparatie tarief vooroverleg. Met ingang van 2015 is het tarief voor vooroverleg op 10% gesteld en werden deze leges niet langer verrekend met de definitieve aanvraag. Deze 10% kan voor grotere bouwplannen een fors bedrag opleveren. Voorgesteld wordt dan ook om de leges voor vooroverleg te verlagen tot een kostendekkend tarief. De behandeling van een vooroverleg voor een groot plan kost naar schatting 10 uur. Om de kosten in verhouding te laten zijn met de omvang van het bouwplan wordt een tarief voorgesteld van 10% van de leges met een maximum van € 1.000,-. Het effect hiervan op de totale legesinkomsten is verwaarloosbaar maar het effect voor goede begeleiding van bouwplannen is significant.
  • Het beschikbaar zijn van een buffer in de vorm van de egalisatiereserve bouwleges in relatie tot de risico's vanuit de bedrijfsvoering en continuïteit in de tariefstelling.
  • Kruissubsidiëring binnen het tarief omgevingsvergunning, activiteit bouwen. Vergunningen met een lage bouwsom zijn niet kostendekkend.  Hiervoor is gekozen om de drempel voor het indienen van aanvragen voor kleine plannen zo laag mogelijk te houden en daarmee te bevorderen dat aanvragen voor omgevingsvergunningen worden ingediend. Een hoge drempel kan de clandestiene bouw bevorderen en daarmee de handhavingstaak vergroten. De kosten van handhaving dienen uit de algemene middelen opgebracht te worden.
  • Normkostensystematiek: voor nieuwbouw en uitbreiding van gebouwen wordt de zogenaamde normkostensystematiek toegepast. Hierbij worden de leges berekend aan de hand van een vast bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte. Met deze systematiek wordt ten dele tegemoet gekomen aan de kritiek op de berekening van bouwleges aan de hand van alleen de bouwkosten omdat dan grote projecten relatief veel meer betalen dan de kleine initiatieven (kruissubsidiëring). De vastgestelde normkosten komen hier enigszins aan tegemoet door kortingspercentages toe te passen op de grotere gebruiksoppervlaktes zodat hier enige nivellerende werking van uitgaat. Bovendien is het zo dat normkosten objectief zijn vast te stellen.